Trust the process
Steve Robyns (1981) is een Limburgse maker, ontwerper en kunstenaar. Met Into The Unknown presenteert Z33 zijn eerste solotentoonstelling, in samenwerking met Kunstenwerkplaats VONK. De expo toont Robyns’ volledige collectie functionele sculpturen, ontstaan vanuit een jarenlange fascinatie voor het buitenaardse. Zijn inspiratiebronnen zijn documentaires en sciencefiction films.
Op 11 jarige leeftijd ruilde Robyns een sociaal ingebed bestaan waarin hij 4 talen sprak, voor het landelijke Heers. Dat nieuwe milieu bepaalde zijn pubertijd, en creëerde zijn blijvende interesse in ontsnappen uit onze huidige context. Hij is altijd bezig met de menselijke drang naar nieuwe ontdekkingen. Ook het artistieke werk van Robyns wordt daardoor getekend. Zo ontstaat een oeuvre dat gebaseerd is op het ontdekken van het heelal, de aantrekking van het onbekende en de evolutie van ons als mensheid. Robyns vraagt zich af hoe we buiten deze wereld een nieuwe plek voor onszelf zouden kunnen opbouwen, en hoe die eruit kan zien. Het artistieke antwoord op die zoektocht is vaak ruw en donker uitgewerkt, maar altijd met een opmerkelijke tactiliteit en warmte in het materiaalgebruik.
Into The Unknown is een collectie die bestaat uit zeven artistieke ontwerpen. Ze balanceren allen op de grens van het functionele/non-functionele. Op die manier biedt Robyns, binnen het kader van hedendaags ontwerp, een coherent en persoonlijk antwoord op de huidige praxis binnen autonoom en collectible design. Elk van de onconventionele gebruiksvoorwerpen in de tentoonstelling vertrekt vanuit het spelen met vorm, structuur en compositie. De functie wordt toegevoegd in tweede instantie. Functie creëert het uiteindelijke bestaansrecht van de gematerialiseerde vorm, en zorgt voor de inhoudelijke verdieping van de betekenislagen van elk object.
Intense relatie met de gebruiker
De inbedding in het collectible design uit zich ook in de relatie die de Robyns wil opbouwen met de gebruiker. In de onconventionele gebruiksvoorwerpen zien we vaak een opening voor de toeschouwer om de laatste hand te leggen aan het object. De gebruiker maakt via zijn eigen handelen het werk van Robyns af, en voegt er de laatste functionaliteiten en verhoudingen aan toe. We hebben een band met objecten waarin we het laatste woord hebben gehad. Ze voelen vertrouwder en warmer, ze spreken nog meer tot onze verbeelding omdat we er zelf een stuk van hebben kunnen bepalen. Bovendien bezitten objecten die het resultaat zijn van co-creatie rijkere betekenislagen, dan deze uit meer gesloten praktijken. Dat betekent niet dat Robyns alles aan het toeval overlaat. Het kader waarin de gebruiker ingrepen kan doen, is op zich een ontworpen gegeven met duidelijke vormelijke regels en grenzen.
In ruil voor die openheid vraagt de ontwerper ook iets terug. Robyns laat bijvoorbeeld bewust onfunctionele elementen in de ontwerpen bestaan, bij wijze van concessie die van de toeschouwer wordt verwacht in het gebruik. Zo steekt de wapening van Gale Crater Table wat teveel uit, is de toevoeging van de planthouder in Terraform eerder symbolisch dan functioneel, en is de hoeveelheid licht die Surface II produceert niet rationeel in verhouding met het zware object. Robyns opent hiermee een extra mogelijkheid tot zelfexpressie van de gebruiker, die een toegift moet doen om met het object samen te leven.
Maken, materialen en tools
De collectie wordt gekenmerkt door experiment, materiaalonderzoek en storytelling. Centraal daarbij staat een onlosmakelijke integratie van de artistieke creativiteit en het ambachtelijke maakproces. Hierbij is maken evenwaardig aan denken, en de zoektocht binnen de materialen en technieken evenwaardig aan de uiteindelijke vorm en functie.
Robyns is een maker in hart en nieren. Vanaf het moment dat een boeiende vorm zich in een voorstudie aandient, start het proces van niet enkel artistieke vormverfijning, maar ook projectmatige realisatie. Robyns gaat hierbij te werk als een echte ambachter, die vele creatietechnieken onder de knie heeft, zoals walsen, gieten, printen, schaven, polijsten, vormen, … Maar die er soms ook als leek niet mee inzit voor een bepaald object een geheel nieuwe techniek onder de knie te krijgen.
Voor Robyns is het belangrijk om de regie via productie in eigen hand te houden, en rechtstreeks in contact te staan met de materialen en vormen. Iets met zijn handen creëren en de iteraties van onderzoeken, maken, mislukken, onderzoeken, opnieuw maken, etc. zijn voor hem onlosmakelijk deel van het artistieke proces. De productiezoektocht an sich wordt een creatietechniek, geeft nieuwe inzichten, en helpt mee het uiteindelijke resultaat vorm te geven. Zijn objecten zouden er anders uitzien zonder.
Niet alleen de objecten zelf komen van zijn hand, maar vaak de tools om ze te realiseren ook. De combinatie van vorm, materiaal en functie is soms zo grensverleggend dat er geen geijkte methodes of gereedschappen bestaan om ze te bekomen. De specifieke maaktechnieken die hij nodig heeft zijn gewoonweg niet altijd voorhanden. Robyns toont zich dan ook als bijzonder vindingrijk door steevast een technische oplossing te verzinnen voor een bepaald probleem, een aanpassing op een machine te voorzien, of vanaf nul eigen gereedschappen te gaan ontwikkelen (bv. de schraper voor de bolvorm van Echo). Hij ontwerpt hier niet enkel de vorm, maar ook de maakmethode en de tools om die vorm die te bekomen.
Aan de basis van dit alles ligt een diepgewortelde fascinatie voor materialen, zowel in hun ruwe vorm, als bewerkt. Robyns werkt graag met staal, hout, steen, en (meer onzichtbaar) acrylhars. Het geeft de stukken een herkenbaarheid, terwijl ze een onweerstaanbare energie uitdragen en erom vragen om aangeraakt te worden.
Experiment als vertrekpunt
Het werk van Robyns vertrekt vanuit kleine vormstudies en experiment met basale materialen. Spelenderwijs ontstaan er combinaties en composities die een boeiend geheel opleveren. Deze kennen vele iteraties, en vormen de basis en voorstudies voor de uiteindelijk uitgevoerde werken. Robyns laat ze in zijn atelier een tijd rijpen, om het uiteindelijke beeld, materiaal en functie met elkaar te versmelten.
In de laatste tentoonstellingsruimte krijgen we in de wunderkamer Behind the curtain (2020-2023) een unieke inkijk in deze manier van werken. We komen terecht in een quasi archivalische verzameling van voorstudies en kleinere werken. Dit laatste hoofdstuk geeft inzicht in het hoofd en atelier van de ontwerper. We kunnen hier zijn creatieprocessen volgen. De zoektochten naar vormen, composities en verhoudingen hebben, net zoals in het atelier, een plaats gevonden in een rek. Deze verzameling eerste sculpturen staat klaar om gevangen te worden door de blik van de toeschouwer en hun kleine brokjes inspiratie door te geven aan de toevallige passant.
De zeven collectiestukken
Surface II (2023) vormt een bevreemdend landschap geïnspireerd op een hemellichaam. De schaal van het werk zorgt ervoor dat we in gedachten enkele honderden meters boven een onbekende planeet kunnen zweven. Klaar om te landen op het onherbergzame oppervlak waar ons nieuwe leven zal beginnen. De toegevoegde lamp zorgt voor een poëtisch clair-obscur effect dat de landing nog adembenemender zal maken. De gekozen materialisatie belichaamt hierdoor niet alleen leegte en uitgestrektheid, maar ook een onweerstaanbare tactiliteit en warme esthetiek.
Terraform (2023) is gebaseerd op de oppervlaktescan van Mars die ter beschikking wordt gesteld door NASA. Het werk werd na een intensief proces van 3D printen, mouleren en afgieten bekomen. Met de planthouder wordt bewust een functie toegevoegd, die verwijst naar de menselijke drang om steevast huiselijke, bewoonbare en decoratieve elementen op te zoeken en te integreren in onze omgeving. Het nodigt de eigenaar uit tot het aanbrengen van een persoonlijke touch aan een anders onbereikbare plaats. Een toe-eigening van het onbekende.
Echo (2023) reflecteert zoals het maanoppervlak het licht van een andere lichtbron. Het werk wil onze ogen trekken richting wat we kunnen zien, maar ons tegelijk ook uitnodigen om achterom te kijken en ons te doen inzien waarom we zien wat we zien. Het licht van de maan dat ons oog bereikt is bijvoorbeeld een hele tijd geleden al door de zon geproduceerd. Door de kogelvormige lamp van Echo dichterbij of verderaf van de maanschijf te bewegen krijgt de gebruiker de mogelijkheid om dit ontwerp qua compositie verder af te werken, de lichtintensiteit te bepalen en met schaduwen te spelen. Het is een uitnodiging tot interactie, niet alleen met de visie van de ontwerper, maar ook met de kosmische activiteiten die doorlopend plaatsgrijpen in het heelal.
Waar in veel werk van Robyns de mens afwezig blijft, staat hij in Contact (2023) centraal. Ineens worden we zelf deel van de ongrijpbare reis buiten de aarde. Ons spiegelbeeld en het visioen van de kunstenaar vermengen beeldmatig in de tentoonstellingsruimte. Tegelijk is dit werk ook kritisch. Hebben we echt contact met onszelf, ons lichaam en onze gedachten, en met de eventuele ander in de ruimte? Of blijft het enkel bij een waardering van het oppervlakkige beeld? Ook in deze architectonische spiegel, die met een schuifsysteem in zijn voet is verankerd, wordt wederom de gebruiker uitgenodigd om de finale compositie te bepalen. De stenen kunnen zelf worden geschikt, en de donkere spiegel kan worden verplaatst. De gebruiker bepaalt zo hoe de omliggende ruimte mee in het werk wordt getrokken, en via welke kant de reflectie zich dient te vertonen.
Surface I (2022) is een voorstudie voor Surface II, en toont Robyns geschakelde manier van werken. In het oeuvre wordt er eerst gezocht wordt naar de juiste verhoudingen en composities, en het juiste materiaalgevoel. Pas daarna worden objecten op grotere schaal uitgewerkt. De trefzekere verhoudingen in dit schaalmodel verwijzen al naar de immersieve tweede versie, zonder afbreuk te doen aan de combinatie van texturen en beeldende poëzie.
Recent raakte bekend dat de as van de aarde 4,36 cm per jaar naar het oosten verschuift. Dit verandert onze baan en hoek ten opzichte van de zon. Axis Displacement Module (2023) is een speculatief werk dat in vraagt stelt welke voordelen het actief verderzetten van dit proces zou kunnen hebben. Kunnen we op termijn een module ontwikkelen om de as zodanig te verleggen dat we door de ruimte kunnen reizen met onze wereldbol als geheel? Wat als raketten, shuttles en sondes overbodig zouden worden? Hoe voelt het om met de gehele aarde onderweg te zijn naar betere oorden?
Bij archeologische opgravingen gebruikt men vaak een grid om de oppervlakte in segmenten in te delen. Zo ook bij het onderzoek in de Gale krater op Mars. De Gale Crater Table (2023) maakt dankbaar gebruik van deze vormentaal. Deze onconventionele salontafel ontstond uit langdurig vormonderzoek met een wapeningsnet en een verzwaarde poot als tegengewicht. De toeschouwer heeft de laatste hand in compositie en functie door de kleine tafelbladen naar goeddunken te schikken op het voorziene raster.