Kunst bij de les: de blik van leerling en leerkracht

Een gesprek met Noor, Farah en Volkert

Van 16 januari tot 9 februari 2024 traden vier Hasseltse scholen uit hun comfortzone met het experiment Kunst bij de Les. Hoe verliepen die vier weken voor leerlingen en leerkrachten? Welke ervaringen nemen ze mee naar school? Een gesprek met leerlingen Noor (Van Veldeke) en Farah (Atheneum Hasselt) en wiskundeleraar Volkert (Atheneum Hasselt)

Kunst bij de les Foto Selma Gurbuz

Gepubliceerd op: 01.05.2024
Selma Gurbuz
Auteur: Veerle Ausloos leestijd: 6 minuten

Het experiment in Z33 zit er net op. Hoe was het hier voor jullie?  

Noor: Ik heb filosofie gehad en vond het fijn om hier les te krijgen. Bij filosofie is de input waarvan onze filosofische vraag komt heel belangrijk. De afgelopen vier weken waren we in een totaal andere situatie en zijn we ook tot andere conclusies gekomen.  Hadden we diezelfde vragen in onze gewone klas gehad, dan hadden we zeker een ander antwoord. De sfeer is hier heel anders dan op school. Zo hoorde ik van andere klasgenoten dat het voelde alsof je met vrienden samenzit. We blijven filosofisch, en we bereiken nog altijd de leerplannen. Maar toch, het voelde anders. Zo gaven sommigen aan dat er hier minder prikkels en afleiding waren dan op school waardoor ze makkelijker konden nadenken en concentreren. Voor anderen voelde het hier minder verplicht. Je moet namelijk in een klas zijn, op school moet je leren. Hier wil je zijn, hier wil je leren. In de klas zit je in een vierkante ruimte, waar je in zit zoals in een doos. Hier is het meer open, je kan overal naartoe gaan. Dat voelt leuker.

Een klassiek leslokaal is inderdaad wat anders.

Farah: Onze klas heeft ervan genoten, het was een heel andere sfeer. Ik kreeg wiskunde in Z33 en het ging over de stelling van Pythagoras. Het was cool om te zien hoe we wiskunde hier met een paar kunstwerken konden linken. De stelling van Pythagoras is iets belangrijk en hier was een betere focus, want focus hoort wel bij wiskunde natuurlijk. Volkert, onze wiskundeleraar, maakte de connectie tussen theorie en wat je hier ziet zoals het gebouw of de architectuur van Z33. We leerden over de gelijkheidsfactor en zagen het meteen in de praktijk, het gaf ons een veel duidelijker beeld waar je wiskunde allemaal voor kan gebruiken.

 

Het was cool om te zien hoe we wiskunde hier met een paar kunstwerken konden linken.

Farah

Waarom wou je buiten de schoolmuren lesgeven en hier als het ware een maand ‘kamperen’ met je klas? Want je hebt ook wel excursies tijdens een schooljaar. Je zou kunnen denken dat het extra gedoe is.

Volkert: Gedoe zou ik het niet noemen. Ik vind het heel belangrijk om jongeren kennis te laten maken met cultuur, met een museum. Maar voor mijn vak wiskunde krijg ik regelmatig de vraag: wanneer ga ik dit ooit nodig hebben? Wiskunde is aanwezig in ons dagelijkse leven en hier heb ik geprobeerd om dat te laten zien. Voor een stukje dan toch. Door mijn vak te linken aan kunst zagen leerlingen dat de stelling van Pythagoras of de gelijkvormigheidsfactor niet alleen iets reken technisch is, maar ook nut heeft in het dagelijks leven. Hen warm maken voor wiskunde, ook als ze een niet-wetenschappelijke of wiskundige richting volgen, is zo belangrijk. En met dit project in Z33 hebben we hen een stukje levenservaring meegegeven.

Door mijn vak te linken aan kunst zagen leerlingen dat de stelling van Pythagoras of de gelijkheidsfactor niet alleen iets reken technisch is, maar ook nut heeft in het dagelijks leven.

Volkert

Kan je beschrijven hoe zo’n les in Z33 begon?

Noor: Wij kwamen naar hier gewandeld en gingen naar een apart lokaal om onze spullen neer te leggen. Daar kregen we meestal een intro, om daarna naar de zalen te gaan en aan een filosofische vraag te beginnen. Die vraag kwam ook uit de kunstwerken die we gezien hadden.

Jullie lokaal was modulair en bestond uit verschillende bouwblokken. Hoe maakten jullie hier gebruik van?

Noor: We konden het lokaal heel makkelijk van vorm veranderen. Op het einde van de les maakten we snel een cirkel om met iedereen samen te zitten. Bij het generatiedebat op de laatste dag van het experiment, kwamen er ouders en grootouders. Dan vormden we de blokken en de planken om tot banken, zodat we makkelijk met elkaar konden praten. Maar er werden ook torens mee gebouwd om op te zitten.

Bij filosofie heb je misschien wel wat meer vrijheid dan bij wiskunde? Als je moet noteren over stellingen en bewijzen, hoe deden jullie dat?

Farah: We kwamen binnen en mochten ons lokaal installeren. We kregen snel ons eigen plekje, iedereen had z’n eigen plaats gevonden. Eerst was het opletten en naar de uitleg luisteren, in het laatste halfuur was het rondwandelen in de tentoonstelling en daar oefeningen maken.

Had je een structuur ingebouwd?

Volkert: Toch wel. Ook al gaf Z33 ons absolute vrijheid, toch ontstond er een soort ritme. Tijdens het eerste moment als we toekwamen, gaf ik de leerlingen de vrijheid om het lokaal in te richten. Daarna stonden we stil bij één van de vier centrale vragen op de borden:  Waar leer je het meest: op school of daarbuiten? Hoe voel je je in Z33? Is er een verschil met les op school?  Wat heb je het meeste gemist? Wie heeft er namelijk wat geantwoord en waarom? Hierdoor waren we de eerste 20 of 25 minuten bezig met een open gesprek, bijvoorbeeld over emoties. Iets wat ook mogelijk werd omdat we nu uitzonderlijk 2 uur les na elkaar hadden, anders niet. Dat vond ik heel belangrijk. De dynamiek in deze andere ruimte  zorgde voor een ander, meer open interactie met de leerlingen. Als kleinere school hebben wij al het voordeel dat de relatie tussen leerling en leerkracht dynamischer is. Maar hier ervaarde ik dat nog meer, we gingen nog meer in dialoog. Ik moet natuurlijk mijn leerstof zien, maar wel op zo’n manier dat ze niet het gevoel hadden dat het een copy paste was van het Atheneum naar Z33.

Heb je je leraar wiskunde op een andere manier leren kennen?

Farah: Eigenlijk wel. Het was leuk om hem op een andere manier te zien, maar het was niet dat hij een andere persoon was. Hij staat al open voor gesprekken, maar als leerling durf je niet altijd dat initiatief te nemen. Hier voelde ik me vrijer.

Volkert: In het laatste gesprek met de leerlingen kwam naar voren dat in mijn klaslokaal – of gewoon het klaslokaal – het altijd het perspectief van de leerkracht is. Het lokaal is ingericht zoals de leerkracht het wilt, sommige leerkrachten geven ook vaste plaatsen. Hier kwam het perspectief van de leerling naar voren en dat vond ik heel interessant. Dat de leerlingen zich meer eigen voelden op neutraal gebied. Dat menselijke aspect neem ik na dit experiment zeker mee naar school.

Jullie spraken over borden met een centrale vraag in het lokaal. Elke leerling maakte zijn/haar antwoord duidelijk met een gekleurde sticker. Hoe ging dat bij jullie?

Noor: Wij mochten de stickers op het einde van de les plakken.  De leerkracht vroeg dan ook waarom we het daar plakten. Nu denken jullie misschien als jullie de borden zien: waarom plakt dat daar? Dat dacht ik ook als ik het lokaal binnenkwam. Maar op het einde van de les, als ik erover had nagedacht, dan zag ik wel dat er een groepje was waar ik naar neigde.

Was er ook iets wat je van op school miste?

Volkert: Mijn materiaal. Soms wil je snel zijn of anticiperen, en dan heb je gewoon materiaal op school voorhanden. Maar hier trek je je plan en je stelt je daar op in, maar we hebben ook een prospectie gedaan natuurlijk. En Z33 zorgde met het lokaal voor een veilige haven.

Farah: Het was wel wennen om altijd binnen je klasgroep te blijven. Ik miste mijn vrienden van buiten de klas.

Noor: De gesprekken waren veel losser, ook al mogen wij op onze school bijvoorbeeld leerkrachten bij voornaam noemen. Er was meer vrije ruimte en dus minder druk.

Zouden jullie makkelijker terug binnen stappen nu jullie hier geweest zijn?

Farah: Ik zou dat wel doen. Ik ben niet zo’n persoon om een museum binnen te stappen, maar ik vond het hier heel aangenaam.

Noor: Ik zou zeker terugkomen. We zijn ook voor dit project al vaker naar Z33 geweest en elke keer als je terugkomt, ben ik wel verbaasd wat er allemaal veranderd is en nieuw is gekomen. Want de kunstwerken verschillen ook heel erg.

Is het voor herhaling vatbaar? Wil je vaker de school verlaten? 

Noor: Mijn klas zou graag een keer per maand of om de twee maanden wel ergens anders willen filosoferen dan op school. Op een andere locatie komen we misschien op andere ideeën die we niet op school hebben. Les mogen volgen in een grote open ruimte is ook heel fijn en de dekentjes die we hier kregen, zijn iets wat we willen meenemen naar school.

Volkert: Natuurlijk en ik zie daar twee richtingen in. Enerzijds om het voor de leerlingen op een andere plek te doen: out of the box op een andere manier les krijgen. Specifiek dan met een museum of een bejaardentehuis, als we over bepaalde richtingen spreken zoals gezondheidszorg. Of  in een wetenschappelijk bedrijf. Zo zien ze buiten de muren van hun klaslokaal een link tussen hun interesses en waar ze in de toekomst naartoe willen. Als leerlingen mij tegenwoordig vragen wat ze kunnen studeren aan UCLL, PXL, UHasselt dan val ik achterover van het aantal richtingen als ik de websites bekijk. Ook daar zou het een meerwaarde zijn voor leerlingen.

Geprikkeld door wat je hier leest?

Blijf op de hoogte of laat je verwonderen.
Schrijf je in op onze nieuwsbrief.