Toen Z33 besliste om de kapel die in zijn gevel verscholen zit permanent toegankelijk te maken, was meteen duidelijk dat naast de openingsuren ook de invulling van de kapel aan een update toe was.
Pauline: “Z33 wou het Mariabeeld dat normaal maar om de zeven jaar tijdens de Virga Jessefeesten te zien is, permanent bezoekbaar maken. Samen met een nieuw kunstwerk in de kapel, dat zeven jaar blijft staan. Dus kwamen zij bij ons met de vraag om die twee dingen – het historische Mariabeeld en het hedendaags kunstwerk – te verbinden met een ingreep in de kapel.”
De opdracht voor het kunstwerk kwam terecht bij de Antwerpse schilder Amber Andrews. In theorie moesten de architecten de ruimtelijke visie van de kunstenaar uitwerken en de uitvoering opvolgen.
Leander: “Wij kenden Amber nog niet. Voor hetzelfde geld was zij de kunstenaar geweest die zei: ik wil daar dit en dit doen, en jullie gaan mij helpen om dat uit te voeren. Daar stonden wij eigenlijk ook voor klaar. Maar het is op haar initiatief echt een boeiende wisselwerking geworden.”
Hoe hebben jullie die vraag van Z33 beantwoord?
Pauline: “We hadden kunnen zeggen: we renoveren de kapel, en we hangen er het kunstwerk in op. Die piste hebben we ook onderzocht, maar op een gegeven moment hadden we de reflex: we moeten hier één geheel van maken. En dan is het project écht in gang geschoten: onze ruimtelijke ingreep in de kapel zou het canvas worden voor het werk van Amber.”
Leander: “De installatie heeft een ovale pilvorm, volledig in hout. Het is eigenlijk een dikke multiplexplaat, die gebogen is om perfect in de kapel te passen. Daarin hebben we verschillende nissen gemaakt, waar onze ingreep in relatie treedt met de bestaande context. De nis waar het Mariabeeld in staat, zit bijvoorbeeld perfect tussen twee betonnen kolommen van het bestaande gebouw.”
Jullie voorzagen in totaal vijf nissen, elk met een specifieke functie, en soms ook symboliek.
Pauline: “Er komt in dit project zoveel samen op 10 vierkante meter. De nissen verbinden verschillende elementen: Z33 als instituut, de stad met z’n mensen en het christelijk patrimonium dat in onbruik is geraakt. We vonden het heel interessant om op zo’n kleine plek zo’n complex verhaal samen te brengen. En dus wilden we iets neerzetten dat een dialoog opent. De nissen vervullen die functie.”
Leander: “Eén van de nissen biedt via een opening in de bestaande muur letterlijk een doorkijk naar Z33. Er is een andere nis om in te zitten, tegenover het Mariabeeld. De rug van die nis is open, waardoor je zonder het te beseffen de bestaande muur van de kapel aanraakt . En de ingang is eigenlijk een deur die een nis vormt wanneer ze openstaat. Die slaat de brug met de stad, de bezoeker.”
Amber heeft voor haar schildering inspiratie geput uit de Hasseltse folklore rond de Virga Jessefeesten, en haar fascinatie voor renaissanceschilderkunst. Hebben jullie je door dezelfde dingen laten inspireren?
Pauline: “Een meubel dat alles probeert op te lossen in één ruimte, dat is eigenlijk een ontwerpstrategie die in de renaissance heel vaak werd toegepast. Natuurlijk in een totaal andere uitwerking, en met veel meer krulletjes en ornamenten, maar het idee van één schrijnwerk dat alle functies in een ruimte omvat, dat is eigenlijk een heel oude ontwerpstrategie.”
Leander: “Ook in de katholieke architectuur zijn de dingen waar een gebruiker mee in contact komt bijna altijd een meubel. Een stoel, een houten bankje om met je knieën op te zitten, een biechtstoel … of je kijkt bijvoorbeeld niet rechtstreeks naar een muur, maar naar een altaar. Er is weinig contact met de echte stenen van een kerk. Onze houten installatie werkt bijna als een allesomvattend kerkmeubel, ontdaan van al z’n franje.”
“We hebben in het begin van dit traject ook gekeken naar oude beelden van de Virga Jessefeesten, en we zagen daar voorbeelden van tijdelijke, vluchtige decors. Grotten die werden nagebouwd met stellingen, bijvoorbeeld. Gezien de wens van Z33 om een installatie te voorzien voor de komende zeven jaar, wilden wij een ingreep voorzien die binnen deze tijdspanne past, tussen de permanentie van een bouwwerk en de vluchtigheid van feestdecoratie: een meubel.
Hoe hopen jullie dat de kapel voortaan gebruikt wordt?
Leander: “In de oorspronkelijke ruimte van de kapel voelde je wel heel erg de aanwezigheid van de straat in je rug. Dat deed de intimiteit van de ruimte een beetje teniet. We hebben met onze ingreep een soort cocon willen maken, waar je tot rust kan komen, zitten, rondkijken.”
Pauline: “We wilden ook de klassieke as doorbreken, waarbij het Mariabeeld hoog tegenover de ingang geplaatst is. We hebben die as 90° gedraaid, en het Mariabeeld aan de zijkant op ooghoogte geplaatst. Zo nodigen we de bezoeker uit om de draaibeweging te volgen die ook in het werk van Amber zit. En nu komt dat beeld ook plots veel dichter bij de bezoeker. Er ontstaat een soort intimiteit die in een klassieke kapel ontbreekt.”
Geprikkeld door wat je hier leest?
Blijf op de hoogte of laat je verwonderen.
Schrijf je in op onze nieuwsbrief.