FreeSpace 2002

FREESPACE LIMBURG is een radicaal project met een onbeperkte ambitie.
29 kunstenaars zakten in de loop van 2002 af naar Hasselt om deel te nemen aan een experiment: zonder vooraf opgelegd thema en zonder vooraf uitgezette context werden in drie tijdsblokken werken en projecten aan het publiek voorgesteld op uitnodiging van Gert Robijns, zelf kunstenaar. Drie aanpalende begijnhuisjes werden voor de gelegenheid ontruimd.

FREESPACE LIMBURG nam in de ommuurde zone van het Begijnhof, stijl krakers, intrek voor onbepaalde tijd. Op welke begrenzingen wijst FREESPACE LIMBURG ons als titel, en als totaalproject? Wat is inside en wat is outside? Wat is free en wat met de overige space?

FREESPACE LIMBURG stelt zonder veel omhaal de vraag naar ‘afrit Limburg’, het braakland van de publieke opinie inzake cultuurproductie en cultuurbeleving in Vlaanderen. 
FREESPACE LIMBURG lanceert ook, en misschien nog veel pertinenter,  de vraag naar kunst als maatschappelijke stimulans: In hoeverre werkt kunst in op een omgeving? In welke mate is ze in staat de bigger picture te beïnvloeden? Voor welke sociale, politieke of maatschappelijke problemen mogen we een upgrade verwachten? Ten aanzien van zoveel vragen ligt Limburg er, op een handvol projecten na, nagenoeg onontgonnen bij.

FREESPACE LIMBURG tracht noch de publieke opinie van het tegendeel te overtuigen, noch het status-quo van die conditie te aanvaarden. De tijdelijke autonome zone nestelt zich, zo lijkt het wel, alleen maar in de marge van een overkoepelend vraagstuk door z’n openlijke maatschappelijke ambities als kunstproject tot de bijna-nulgraad terug te schroeven. Samen met Z33 en het Platform Beeldende Kunsten Limburg (de koepel Z33, FLACC, CIAP en NICC Limburg) is FREESPACE LIMBURG echter een radicale en ondubbelzinnige stap in de richting van een nieuw elan. 
In het kader van de tentoonstelling Preservations, in wat toen nog PCBK Begijnhof heette, ensceneerde Mike Tyler in 1997 een wetenschappelijk experiment. Het historische experiment onderzocht het ontstaan van de eerste levensorganismen door zo getrouw mogelijk de vermoede basiselementen ervoor bij elkaar te brengen: een steenlandschap (mergel) en elektrische ladingen (bliksem).

Als testcase is FREESPACE LIMBURG vormelijk meer dan verwant met de basisopzet van het experiment van Tyler. 

REESPACE LIMBURG brengt namelijk de basisvoorwaarden bij elkaar om aan culturele ontwikkeling te doen: kunstenaars, kunstwerken, een plaats en een publiek. Door zich tot zo’n skeletbouw te beperken weigert FREESPACE LIMBURG halsstarrig in een of andere verlangenseconomie op te treden, als project met een onmiddellijk meetbare maatschappelijke weerklank, of als antwoord op nog hoorbare echo’s van de regionale cultuurpolitiek. FREESPACE LIMBURG bepaalt zelf die economie en het tempo waarin het project en zijn ambities zichzelf prijsgeven. 

Wnneer we de meerwaardevraag even losmaken van de titel en de context en ze opnieuw formuleren vanuit het perspectief van de toeschouwer: van welke ijsberg is FREESPACE LIMBURG het zichtbare topje? Welke ontwikkelingen achter de schermen weerhouden ons ervan om FREESPACE LIMBURG al in de voltooid verleden tijd om te buigen?

De serie leidde ongetwijfeld tot een verdienstelijke introductie van minder bekende of weinig getoonde kunstenaars, en zorgde ongetwijfeld ook voor een belangrijke bevruchting van de begijnhofsite. De doorbraak echter realiseerde FREESPACE LIMBURG onzichtbaar: een aantal korte ontmoetingen en wisselwerkingen ligt aan de basis van een nieuw project dat op dit moment al aan de zijlijn warmloopt. In uitgesteld relais begint FREESPACE LIMBURG, op z’n eigen tempo, meer en meer vraagstellingen te formuleren en de inzetten ervan te verdubbelen. 

Wi Peters

01.01 tot 31.12.02
Tags

//