In gesprek met Jean Katambayi Mukendi

Gepubliceerd op: 20.07.2022
Beelden door Kristof Vrancken
Interview door Ils Huygens leestijd: 6 minuten

Kunstenaar Jean Katambayi toont als lid van het collectief On-Trade-Off nieuwe creaties in de tentoonstelling Charging Myths. Ils Huygens praat met hem over zijn werk, over Picha in Lubumbashi, over het streven naar een nieuwe balans in de wereld.

Opvallend aan deze expo is dat het geen werken zijn van individuele kunstenaars maar van een kunstenaarscollectief, On-Trade-Off. Jullie werken met een vaste groep kunstenaars maar vormen ook allianties met producenten, academici en instellingen rond een centraal thema, de geplande lithiumontginning in Manono. Je hebt zelf al in veel internationale contexten gewerkt en gepresenteerd. Is het werken in een collectief zoals met de groep van On-Trade-Off anders?

Wat ik apprecieer aan het werken als collectief is vooral de kracht van gedeelde kennis, maar ook het belang van helder communiceren. Iedereen deelt zijn eigen kennis, en zet de centrale thematiek van extractie en postkoloniale handel naar eigen hand. De uitwisseling, zowel van kennis als van het internationale netwerk is een grote winst, voor mij als kunstenaar, maar zeker ook voor Picha.

De uitwisseling, zowel van kennis als van het internationale netwerk is een grote winst voor mij

Jean Katambayi Mukendi

Picha is de kunstorganisatie in Lubumbashi waar je zelf ook medevoorzitter van bent en die aan de basis ligt van het On-Trade-Off project. Wat doet Picha precies en welke rol speelt het volgens jou in Lubumbashi?

Picha organiseert onder andere de Biënnale van Lubumbashi. Daarnaast nodigen we kunstenaars en experten uit, doen workshops en leren mensen artistieke skills of hoe ze als kunstenaar autonoom kunnen werken. We zien het als een vorm van educatie, maar ook van resilience, weerbaarheid.

Vooral dankzij buitenlandse fondsen en ons internationaal netwerk kunnen we projecten financieren, want bij de Congolese regering staat cultuur niet hoog op de agenda. De regering kent de culturele en artistieke sector slechts een klein, ongecontroleerd bedrag aan budgetten toe. Maar het gaat erom te durven investeren in de menselijke kracht. Wat Picha doet, zou eigenlijk een deel moeten zijn van de universiteit van Lubumbashi maar vooralsnog is er geen hogere kunstopleiding. Zolang die er niet is, zullen wij die rol opnemen.

De biënnale is daar een heel belangrijk element in. Het is een moment om mensen uit te nodigen en te ontmoeten, maar ook een manier om contacten te leggen in het buitenland.  Daarom is de expo hier in Z33, in België, ook heel belangrijk.

Kan je iets vertellen over het verhaal achter de tekening die je toont in deze expo, de M13, een tekening van een onmogelijke bout met 13 zijden gecombineerd met wiskundige formules?

Toen we voor het eerst naar Manono trokken zagen we daar overal grote roestende metalen onderdelen rondslingeren, de restanten, de geesten, van de vroegere cassiteriet industrie. Manono is als het ware een groot openluchtmuseum. Voor dit imaginaire museum maakte ik deze M13.

De M, verwijst naar de universele maten van bouten. Meestal is de maat iets als M6 of M14. De M13 is een imaginaire vijs,  die in geen enkel bestaand systeem past, maar die voor duurzaamheid staat. Ik wou iets maken dat buiten de norm lag, om zo de vraag te stellen of de geschiedenis zich zou herhalen. Gaat de geschiedenis zich herhalen? En waarom is het zo’n trieste geschiedenis?

Rechts aan de muur: de M13 van Mukendi

Het werk gaat ook over autonomie?

We leren onze kinderen niet voldoende wat autonomie is, hoe het te bereiken. De gewone schoolse opleiding leert ons skills en kennis, maar vervolgens zetten we die in ten dienste van iets of iemand anders. En dat vertaalt zich ook naar het grotere systeem in Congo. Mensen komen en gaan, ze nemen en worden rijk maar laten niks achter voor de lokale bevolking om op verder te bouwen.

Vandaag sturen wij onze kinderen naar architectuurscholen, maar het zijn Indiërs, Chinezen die alles komen bouwen. Waarom staan wij enkel in de productielijnen van de fabrieken? De geschiedenis herhaalt zich, we slagen er nog niet in onze kinderen autonomie te laten verwerven.

In zijn film, Hercule de Lubumbashi, ook te zien in de expo spreekt Dorine Mokha over jullie generatie als de laatste van ‘les enfants de Gécamines’. Tijdens of vlak na jullie jeugd is de grote Gécamines fabriek en het hele sociale systeem errond in Lubumbashi opgehouden te bestaan. Hoe ervaarde jij dit?

De dingen stopten plots, maar niks verdween. Veel van de voormalige huizen van Gécamines, alsook delen van de fabriek zijn nu in handen van privé-investeerders. De wijk heeft zijn vorm verloren, de fabrieken zijn ruïnes.

Maar die privé-investeerders hebben wel veel geld. Ze kunnen dus snel infrastructuur opzetten, terwijl de lokale bevolking er naast blijft zitten in hun onderkomen huizen. De staat slaagt er niet in de dingen te organiseren. Alles wordt opgekocht door privé-instanties, maar die privatiseren vervolgens ook publieke zaken zoals toegang tot energie of water.

Mensen komen en gaan, ze nemen en worden rijk maar laten niks achter voor de lokale bevolking om op verder te bouwen.

Jean Katambayi Mukendi

Je bent al vaak in België geweest en je hebt ook de mijnstreken hier bezocht. Waarin liggen voor jou de verschillen of overeenkomsten?

Voor mij is het een kwestie van nuance. Hier is een politiek om de infrastructuur en het beeld van de mijnsites te herwaarderen, als musea, als erfgoed. Dat is natuurlijk een groot verschil. Daarnaast voel je dat er evengoed heel veel dezelfde zaken spelen, de harde werkomstandigheden onder de grond, de stress… Dat is precies waar het werk van Alain Nsenga tracht naar te kijken door in te zoomen op de verhalen van de mijnwerkers.

Werk van Alain Nsenga in Charging Myths

Kan je ook iets vertellen over de machine die je bouwde voor deze expo, The Concentrator, ook een machine die afkomstig is uit de mijnindustrie.

Er is een gemeenschappelijke taal die we ontwikkeld hebben tussen België en Congo.  Een voorbeeld hiervan is de term ‘Pas op’. We hoorden dat voortdurend, ‘Pas op, pas op’. Het is een uitdrukking die we in het Swahili hebben overgenomen, een uitdrukking die recht uit de fabrieken komt.

In die fabrieken waren er machines die als goden waren. Je moest er heel voorzichtig mee omgaan. Die machines mochten niet kapotgaan, want ze waren nodig om geld te verdienen. Als er een panne was wist iedereen in de wijk ervan, en werden alle ingenieurs opgebeld in België. Een van die ‘goden-machines’ was de Concentrator. Ik heb hem zelf nooit gezien, maar de naam sprak tot mijn verbeelding. Het is iets dat concentreert, maar wat concentreert het? In feite is het een machine die de mineralen moet scheiden van het afval en onzuiverheden. Ik weet niet precies wat het is, maar het fascineert me, en de mythologie errond van ‘pas op’.

De machines moeten altijd blijven draaien, er moet dus elektriciteit zijn voor de fabriek maar niet voor de wijken. Dus er is een lijn die ontbreekt in die driehoek.

The Concentrator in Charging Myths
The Concentrator in Charging Myths

Dat is ook een belangrijk iets in je werk, om over die ontbrekende schakel na te denken?

Natuurlijk. Als een arbeider in een fabriek werkt waar veel elektriciteit verbruikt wordt, maar hij thuis zit hij zonder dan is er iets fundamenteel mis. Die imaginaire speculatieve machines zijn voor mij als kunstenaar een manier om die discussies op tafel te brengen. Daarom is het algoritmische denken voor mij zo belangrijk. Het is iets abstract dat ik op heel concrete manier inbreng in mijn eigen werk.

Jean Katambayi Mukendi in Z33

In de Concentrator zien we net als in vele van je werken het principe van balans, evenwicht en onevenwicht terugkomen. Vanwaar deze terugkerende metafoor?

Als iets niet in balans is, moet je het veranderen van evenwicht, een nieuwe richting induwen. Het ligt in het DNA van mijn werk. Ik toon het evenwicht aan de hand van symmetrie, gravitatie. Het is iets dat fysiek aanwezig is in de machines waarop ik me inspireer, maar gaat voor mij ook over de transformatie van een discours, politiek, economisch of educatief.

Soms gaat het moeilijk om een nieuwe richting op te gaan, maar dat is niet erg, zonder tegengewicht is er immers geen gewicht. Op vlak van onderwijs bijvoorbeeld evolueren we steeds verder en toch profiteert onze maatschappij daar niet genoeg van. Er blijft een kloof tussen rijk en arm. Daar ligt dus een breuk, een onevenwicht. Ik probeer in mijn werk dat circuit te herstellen. Maar weerstand is ook iets moois. Het is verontrustend, maar mooi.

En dat geldt niet alleen voor kunst maar ook voor het dagelijks leven. Als ik met jou of met mijn collega’s van On-Trade-Off praat weet ik dat we op veel punten akkoord zijn, maar als ik praat met moeders, leraren of priesters zijn we vaak niet akkoord. En het zijn precies deze die de machine laten draaien.

Soms gaat het moeilijk om een nieuwe richting op te gaan, maar dat is niet erg, zonder tegengewicht is er immers geen gewicht. Weerstand is ook iets moois.

Jean Katambayi Mukendi

Is het daarom dat je vaak ook werkt met gerecupereerde en gerecycleerde materialen als karton of koper?  

Het is alsof mijn ziel weigert dat ik zoek naar kostbare materialen, om trouw te blijven aan mijn eigen theorie. Educatie is belangrijk, maar los daarvan kan je altijd aan de slag met de materialen die je hebt. Doe wat je kan vanuit je eigen situatie. Het is niet je werk dat je vormt, maar jijzelf.

Het is niet omdat je geen goed uitgerust labo hebt dat je geen onderzoek kan doen. Ik doe onderzoek met een pen, papier en mijn hersenen. Daarmee kan ik tot aan de planeet Mars gaan. Alles bevindt zich immers rond en in mijzelf, en niet in het laboratorium. Meer nog, het laboratorium riskeert je te verblinden en dwingt je onderzoek ook in een bepaald perspectief. Er is minder vrijheid.

Mijn moeder werkte als typiste, en bracht regelmatig papier mee naar huis. Zo werd ik als kind specialist in het knippen van papier en karton. Mijn vader leerde me het DNA van elektriciteit kennen en nu meng ik die twee elementen, zonder dat ik daarvoor een opleiding heb nodig gehad. De menselijke energie volstaat om kunst te maken.

Geprikkeld door wat je hier leest?

Blijf op de hoogte of laat je verwonderen.
Schrijf je in op onze nieuwsbrief.