OpenStructures

Thomas Lommée stelt het onderzoeksproject OpenStructures voor in Z33. Het project is een onderzoek naar een duurzame en democratische manier van ontwerpen. OpenStructures vertrekt vanuit een gemeenschappelijk geometrisch raster dat door iedereen opgevraagd en toegepast kan worden. Het is een open ontwerpsysteem waarin iedereen voor iedereen kan ontwerpen.

Thomas Lommée: “De ontwerpen die binnen het systeem gerealiseerd worden zijn uiterst divers en flexibel. Het is een vorm van collectieve Meccano, alles kan gecombineerd worden met elkaar.” Hierdoor krijgen voorwerpen een veel langere, bijna eindeloze levenscyclus.

De ontwerpen kunnen variëren van simpele huishoudapparaten tot volledige woningen. Door de flexibiliteit en de compatibiliteit kan er met verschillende objecten telkens weer een oplossing gevonden worden die tegemoet komt aan de noden van het moment.

Duurzaamheid

OpenStructures wil een antwoord bieden op het duurzaamheidprobleem. Thomas Lommée: “Enerzijds raken de natuurlijke bronnen stilaan op en anderzijds is er een overschot aan afvalmaterialen. Het is niet enkel tijd om onze manier van consumeren te herdenken maar ook om de levenscyclus van producten te herdefiniëren. De duurzaamheid van een product wordt nu vaak afgemeten aan hoe lang dat product gebruikt kan blijven, tot het uiteindelijk versleten is, stuk, of uit de mode raakt. Eens het product afgedankt is moet er bovendien een enorme massa aan energie gestoken worden in het afbreken van afval of om het recycleerbaar te maken.” 
’Can we design hardware the way we design software?’

Het ontwerpsysteem van Thomas Lommée is geïnspireerd op softwaredesign. Naast gesloten softwaresystemen die met dure licenties werken, bestaat er ook Open Source software. Dit soort software kan niet enkel door iedereen vrij gebruikt worden, ook de broncode van de software is voor iedereen toegankelijk. Iedereen kan die software dus verder ontwikkelen en verbeteren. OpenStructures is de fysieke vertaling van deze open werkwijze. Om dit idee kracht bij te zetten nodigde Lommée een aantal ontwerpers, vakmannen en autodidacten uit om een ontwerp te maken binnen OpenStructures.

Werken binnen dit systeem betekent voor ontwerpers wel dat ze een deel van hun vrijheden inleveren. Maar misschien moeten ze wel in plaats van ‘outside of the box’ net ‘inside the box’ leren denken om met de problemen van de 21ste eeuw om te gaan. Hoe dit lukt is tot 13.12.2007 te zien in Z33.
openstructures.net

Kunnen we hardware ontwerpen zoals we software ontwerpen?


1. context
In het huidige debat over duurzaamheid zien we onszelf geconfronteerd met slinkende grondstoffen en een aankomende energiecrisis aan de ene kant en een onopgelost afvalprobleem aan de andere. Het wordt tijd om onze houding ten opzichte van goederen, hun consumptie maar ook hun productie en deconstructie te herzien.
In de aanloop naar het OpenStructures project voerde Thomas Lommée een onderzoek uit  naar de levenscyclus van producten. Deze cyclus volgt de volledige levensduur van een product. Van de ontginning en bewerking van ruw materiaal en het energieverslindende productieproces, naar transport, verkoop en distributie tot zijn uiteindelijke eindbestemming: de klant. Eens het product de klant bereikt, volgt het een leven van verbruik alvorens de cyclus tot een einde komt omdat het product opgebruikt, kapot of uit de mode is. Zodra het product afgedankt wordt, moet een enorme massa aan energie gepompt worden in het afbreken van het product in kleinere hoeveelheden. Een proces waarvoor niet alleen energie en grondstoffen nodig zijn, maar dat vaak ook gepaard gaat met de productie van giftige bijstoffen. De meeste producten in onze westerse consumptiemaatschappij volgen deze lineaire en doodlopende weg.

Dankzij het groeiende bewustzijn voor de levensduur van producten wordt er steeds meer naar alternatieven gezocht die deze negatieve spiraal tegengaan door recyclage of hergebruik via vlooienmarkten en internetplatforms als Ebay. Ook werden er ISO-norm standaarden opgemaakt die producten of onderdelen internationaal compatibel maken en zo hun gebruiksduur maximaliseren. Ook het gebruik van afbreekbare of cradle-to-cradle materialen is een nieuwe stap naar gesloten materiaalcycli.

2. concept


Met de bedoeling een complementair model aan te bieden, begon Thomas Lommée met een onderzoeksproject rond “open modulariteit”. Het OpenStructures project verkent de mogelijkheden van een modulair constructiemodel waar iedereen voor iedereen ontwerpt op basis van een gemeenschappelijk geometrisch raster; een soort van collaboratieve Meccano waaraan iedereen een bijdrage kan leveren.

Modulariteit is op zich niets nieuws, de natuur zelf heeft bewezen dat in complexe systemen, modulaire structuren de meeste kans op overleven hebben. Zo’n 500 miljoen jaar geleden, waren eencelligen in staat zich te ontwikkelen tot meercellige organismen die dankzij hun superieure eigenschappen de evolutie in een stroomversnelling brachten.

Ook de mens, met triljoenen modules (cellen) per persoon is modulair van kop tot teen en ervaart daar dagelijks de voordelen van. Modulaire structuren laten proportionele uitbreiding en groei toe, gewoonweg door het toevoegen van nieuwe modules of cellen, die interageren met de bestaande cellen via standaard interfaces. Ze hebben tevens het kenmerk zich snel aan te passen aan hun omgeving. Door toevoeging, subtractie of aanpassing van cellen, kunnen veranderingen in een ontwerp sneller uitgeprobeerd en aanvaard ofwel verworpen worden.

Tenslotte genieten ze ook van de voordelen van fouttolerantie. Dankzij de overvloed aan cellen kunnen individuele cellen falen zonder dat het hele systeem daardoor onderuitgehaald wordt, andere cellen nemen het over terwijl de nodige herstellingen plaatsvinden. (Lit: Neil Rasmussen, Suzanne Niles, Modular Systems: The Evolution of Reliability)

Maar ook in door de mens gemaakte structuren is modulariteit een gekend fenomeen. In een poging de efficiëntie te stroomlijnen en structurele flexibiliteit te verhogen, hebben architecten en ontwerpers talloze voorstellen voor modulaire structuren uitgedacht. Desondanks worden we vandaag geconfronteerd met een overvloed aan gesloten, incompatibele modulaire systemen die vaak onpersoonlijke uniforme structuren genereren en die na ontmanteling, een voorraad aan modulaire, maar nutteloze stukken opleveren. Als we dus het concept van modulariteit willen verbeteren moeten we overstappen van een hiërarchisch ontwerpproces – waar elk modulair systeem zijn eigen standaarden oplegt– naar een meer open standaard. Om de compatibiliteit en flexibiliteit te verhogen moeten we de bestaande dimensionale raamwerken synchroniseren en één universele standaard definiëren.

Binnen het gebied van digitale creaties waren we reeds getuige van dergelijke open architecturen. Deze digitale constructies worden niet langer uitgevonden en ontworpen door één persoon maar krijgen vorm dankzij diverse bijdragen van peer groups. Globale collaboratieve inspanningen, zoals Wikipedia, dagen de individuele verwezenlijkingen van toonaangevende experten uit en overtreffen ze.  Ze laten ons geen andere keuze dan de limieten van individuele projecten te erkennen en te participeren in grotere collectieve processen.

We moeten een soort fysieke “html” distilleren, een driedimensionale open source code voor onze fysieke omgeving die ons toelaat hardware te bouwen zoals we software bouwen. Deze universele dimensionale richtlijnen streven naar gesloten kringloopsystemen waar oude componenten nieuwe structuren voeden en zo een eindeloze variëteit aan hybride structuren creëren. De resulterende open structuren, van simpele kastjes tot flatgebouwen worden dan echt verschaalbaar, flexibel en divers.



3. toepassing


Het OpenStructures project initieert een systeem waar iedereen voor iedereen ontwerpt. Het nodigt zowel individuele vaklui als de grootste multinationals uit om componenten te ontwerpen volgens hun eigen specifieke skills, materialen en constructietechnieken, maar binnen dezelfde dimensionale beperkingen. Dit resulteert in een flexibelere en verschaalbare gebouwde omgeving – dynamische ‘collages’ eerder dan rigide monolithische blokken.

Nieuwe componenten zullen oude vervangen terwijl de oude verkocht en hergebruikt kunnen worden. En zelfs als hergebruik niet langer een optie is worden ze uit elkaar gehaald tot losse stukken die kunnen dienen als grondstoffen voor nieuwe componenten, gezien hun afmetingen conform zijn met de dimensionale beperkingen. Koppelstukken, constructietechnieken en montagebanden zullen zo ontworpen worden dat hun deconstructie geen schade of verlies met zich meebrengt, maar naar oneindige reconstructie-cyclussen streeft. Elke structuur heeft het vermogen te evolueren en oude, nieuwe, goedkope, dure, originele, bootlegs en handgemaakte componenten in zich te verenigen. Het is een voortdurend experiment dat wil onderzoeken wat er gebeurt als mensen samen dingen bouwen.



4. implementatie
Alle ontwerpen gebruiken een speciaal ontwikkeld raster dat vrij verkrijgbaar is op de OpenStructures-website. Het kan ofwel analoog gebruikt worden als een liniaal of digitaal als een 3D bestand, klaar om geïntegreerd te worden in 3D ontwerpsoftware.

Dit open raster is de kern van het hele OS systeem. Het is het gemeenschappelijk metrisch werkmiddel dat gedeeld wordt door alle betrokken ontwerpers en wat hen toelaat

-onafhankelijk van elkaar- compatibele onderdelen, componenten en structuren te ontwerpen.

(zie http://www.openstructures.net/pages/9#deel2c om de liniaal te downloaden)

5. de tentoonstelling
De tentoonstelling toont het OS project op diverse schalen, beginnend met “open onderdelen” – de kleinste OS-elementen – die als cellen kunnen gezien worden. Deze “open onderdelen” worden samengebracht in functionele zelfonderhoudende entiteiten: de componenten of organen van het OpenStructures-systeem. Verschillende componenten worden opnieuw samengebracht met frames en koppelstukken om structuren te vormen. Op die manier hebben structuren de capaciteit zich te ontwikkelen en uit te groeien tot een assemblage van verschillende structuren die samen functioneren als een superstructuur.
De tentoonstelling in Z33 volgt het verhaal van die verschillende schalen en belicht een collaboratieve installatie als een eerste “Betatest” van het systeem. Zoals software, die gereviewd wordt alvorens de lancering, wordt het model getest door de installatie van een volledig functionele keuken. Het demonstreert de gestroomlijnde processen tussen verschillende functionele entiteiten aan de ene kant en een dynamische collage van diverse persoonlijkheden, materialen, inspiratiebronnen en motivaties aan de andere kant.

Thomas Lommée nodigde volgende ontwerpers, vaklui en enthousiaste autodidacten uit om mee te werken aan het project en te ontwerpen binnen het raster:

Laurens Bekemans, Biogas-E vzw, Nicolas Coeckelberghs, Kar Yan Cheung, Brussels Cooperation, Alistaire Dewit, Lise Foré, Christiane Hoegner, Bob Jacobs, Fabio Lorefice, Lucas Maassen, Jeroen Maes, Samyrah Moumouth, Karl Philips, Thermopol nv, Unfold, Jo Van Bostraeten.

Als voorbereiding op de tentoonstelling werkte Thomas Lommée samen met KHLimburg en Hogeschool Sint-Lukas in Brussel. Tijdens verschillende workshops kregen studenten niet alleen een initiatie tot het onderwerp maar werden ook de eerste tests uitgevoerd. Deze processen zullen ook dit jaar voortgezet worden tijdens samenwerkingen met Sint-Lukas Brussel en Design Academy Eindhoven.

26.09 tot 13.12.09



OpenStructures loopt samen met Toegepast 14 van 26 september tot en met 13 december 2009 in de huisjes van Z33 en is open van dinsdag tot zaterdag van 11u tot 18u, op zon-en feestdagen van 14u tot 17u.