Frank Theys over Chronicle of an Extinction Foretold

Frank Theys presenteerde met Chronicle of an Extinction Foretold een nieuw werk in Z33. Het werk bestaat uit een grote tafel met daarop een interactieve kaart die in real time geanimeerd wordt op basis van allerlei data die voorspellingen doen over de klimaatopwarming. De kaart toont niet alleen de gevolgen van de opwarming van de oceanen, smelten van de ijskappen of de toenemende droogte in specifieke gebieden, maar koppelt hieraan ook strategische geopolitieke gevolgen, zoals nieuwe migratiestromen en conflicten.

Dag Frank, kan je vertellen over hoe je op het idee kwam om dit werk te maken?

Frank Theys: Ik werk al een tijd rond klimaatgerelateerde thema’s. Zo heb ik afgelopen jaren verschillende groepen gevolgd die op een andere manier zijn gaan leven omwille van klimaatverandering. Om dat te kaderen, wilde ik een animatie maken die de hele klimaatverandering en alle sociale gevolgen ervan overzichtelijk zou maken.

In 2018 gaf ik een performance in de Beursschouwburg waar ik vijf wetenschappers uitnodigde om de complexiteit van die veranderingen uit te leggen met verf op een schilderdoek. Elke deelnemer keek vanuit een ander perspectief naar klimaatverandering: een geoloog, een klimatoloog, een ecoloog, een conflictanalist bij de NAVO, gespecialiseerd in klimaatverandering en de IPCC-expert voor migratie. De voorstelling bestond uit 3 bedrijven: 1,5°, 2° en meer dan 4° opwarming. In Z33 laat ik het doek zien dat het restant hiervan is. Je kan er nog vrij goed uit opmaken hoe de sprekers lieten zien waar bijvoorbeeld bosbranden, conflicten en volksverhuizingen zullen ontstaan.

Ik wilde hiermee tonen dat klimaatverandering niet alleen problematisch is voor het milieu maar ook een impact heeft op sociale stabiliteit, en hoe het in een kettingreactie de beschaving volledig kan doen instorten. Dat zijn ook de sociale veranderingen die ik met mijn filmwerk aan het volgen was. Maar toen kwam corona en werd reizen onmogelijk. Bovendien kon ik überhaupt die groepen niet meer filmen omdat ze zelf in lockdown zaten. Daarom ben ik mij gaan focussen op de 3D-animatie.

 

©Selma Gurbuz

 

Waarom koos je voor een game/computeranimatie als beeldtaal voor Chronicle of an Extinction Foretold?

Ik vond een gamestructuur de meest interessante vorm om klimaatvoorspellingen dynamisch te verbeelden. Ten eerste zijn er verschillende scenario’s denkbaar. In een gamestructuur kan je die onzekerheid inbouwen. Elke simulatie is anders. Als ik de mogelijkheid krijg, wil ik er nog meer factoren en scenario’s in verwerken, waardoor je telkens een heel andere toekomst ziet.

De installatie vertrekt van de klimaatrapporten van het IPCC. Wat is het IPCC precies?

IPCC is de afkorting voor het Intergovernmental Panel for Climate Change; dat is het officiële wetenschappelijke orgaan van de Verenigde Naties dat alle data verzameld rond klimaatverandering. Het brengt regelmatig een rapport uit met updates en voorspellingen over klimaatverandering. Op basis daarvan geeft de organisatie adviezen aan regeringen.

Belangrijk is dat het IPCC data uit heel uiteenlopende disciplines samenbrengt. Om het klimaat te voorspellen moet je immers met enorm veel factoren rekening houden, zowel geografische als chemische, biologische, ecologische, economische, etc. In hun nieuw rapport, dat in november 2021 is uitgekomen, hebben ze voor het eerst ook socio-economische factoren ingecalculeerd. Daar heb ik echt naar uitgekeken omdat dit volgens mij lang over het hoofd gezien werd: hoe het klimaat de maatschappij verandert en hoe die wisselwerking een kettingreactie kan veroorzaken.

Ik wilde tonen dat klimaatverandering niet alleen problematisch is voor het milieu maar ook een impact heeft op sociale stabiliteit, en hoe het in een kettingreactie de beschaving volledig kan doen instorten.

 

Hoe is het artistiek proces verlopen? Hoe bepaalde je de esthetiek van de animatie? 

Dat proces is frustrerend langzaam gegaan, vooral de wereldkaart zelf. Het was helemaal niet zo evident om tot die kaart te komen. Het is een soort cartoonversie van de werkelijke wereldkaart, ook al wilde ik geen cartoonsfeer. De continenten zijn opgeblazen ten opzichte van de oceanen, zodat we meer details op de continenten kunnen tonen. Het beeld is ook isomorf. Dat wil zeggen dat het 3-dimensionaal is en diepte heeft, maar tegelijk vlak is. Dat was de beste manier om de wereldkaart weer te geven zodat je wel bergen en dalen kunt onderscheiden maar zonder het perspectivisch effect dat bijvoorbeeld Europa heel klein in de verte ligt.

In die vorm was er geen wereldkaart voorhanden. Bovendien wilde ik het zo realistisch mogelijk houden. We hebben de wereldkaarten van de NASA gebruikt en ook de reliëfinformatie komt uit hun kaarten. Maar we hebben die sterk moeten veranderen en allerlei data (zoals reliëf) moeten afronden.

De personages aan de andere kant zijn erg vlot gegaan. We hebben in feite maar één personage gemaakt. Dat hebben we dan verschillende variabelen gegeven: groot/klein, dik/dun, jong/oud, man/vrouw, bleke/donkere huid, blond/donker haar, kleuren kledij, etc. Die parameters konden we nadien per regio aanpassen.

Daarnaast zijn de meeste 3D-objecten gewoon van het internet gehaald. Ik wilde een realisme gebruiken zoals in bestaande wargames en alle objecten die we nodig hadden, zoals een boorplatform, of een machinegeweer, bestonden al. Ik vond altijd modellen die perfect bruikbaar waren mits wat kleine aanpassingen.

 

©Selma Gurbuz

 

In de tentoonstelling zien we heel wat Excel-lijsten met data die je gebruikt hebt om de animatie te voeden. Hoe heb je bepaalde keuzes gemaakt om specifieke datasets wel of niet te gebruiken? Sluipt er niet altijd een vorm van ‘randomness’ in de keuzes die je maakt?

Ik heb keuzes moeten maken maar die zijn niet random. Ze komen voort uit een reflectie over verschillende factoren die onze toekomst zullen bepalen: klimaatverandering maar ook zaken die daaruit voortvloeien: droogte, mislukte oogsten, vlucht naar de steden, honger, opstanden, migratie, enz. Die volgen elkaar op, bijna als een wetmatigheid.

Het is voor mij een heel vreemde ervaring geweest en veel mensen zullen zich misschien in de haren krabben bij het idee dat het invullen van spreadsheets kunst kan zijn. Dat is nochtans waar ik maanden mee bezig geweest ben. En ook nog mee bezig kan blijven. Ik ben nog steeds locaties in detail aan het bekijken om hier of daar aanpassingen te maken.

 

©Selma Gurbuz

 

Hoe kan je als kunstenaar omgaan met die eindeloze stroom van big data die vandaag op ons afkomt?

Er zijn verschillende manieren waarop kunstenaars met big data omgaan. Iemand als Ryoji Ikeda bijvoorbeeld gebruikt big data om een soort ‘awe’-effect te creëren bij de toeschouwer. De toeschouwer wordt overdonderd door een afgrondelijke hoeveelheid details. Hoewel er soms een kritisch kader achter zit, werkt dit soort werk vooral op een abstract, visueel esthetisch niveau.

Daarnaast heb je een heel andere strekking, die big data precies gebruikt om dingen duidelijk te maken. Ik denk aan kunstenaars als Paolo Cirio, Owen Mundy, Mauritz Stefaner. Zij gebruiken meestal bestaande visualisatievormen voor big data om sociale situaties zichtbaar te maken, waardoor hun werk sterk verwant is aan de infographics van designers als David McCandless of van statisticus Hans Rosling.

Met dit werk heb ik naar een nog andere benadering gezocht, door met big data een bepaalde realistische weergave van de werkelijkheid te creëren. Een grote inspiratie voor mij waren de weidse landschappen uit de Renaissance, de zogenaamde Weltlandschaften, zoals het schilderij De Slag van Alexander bij Issus van Altdorfer of de schilderijen van Bruegel. Het waren schilderijen die een overzicht gaven van een heel dorp of bijna de hele wereld.

Vandaag hebben we heel erg het gevoel dat we met het internet, Google Maps en big data de hele wereld kunnen overschouwen. Het is gek dat we op dezelfde manier ook onze eigen ondergang in kaart kunnen brengen.

Er zit een duidelijke referentie naar het idee van de war room in de manier waarop het werk wordt opgesteld. In welke zin zie je die thematiek van het militaire, strategische denken over de wereldkaart gerelateerd met de klimaatverandering? Waarom maak je die link expliciet?

Tijdens de dataverzameling heb ik geleerd hoe het militaire denken verschilt van het wetenschappelijk denken. Laat ons even teruggaan naar het IPCC, dat voor het eerst socio-economische factoren aan hun toekomstscenario’s toevoegden. Eerst ontving ik de fysische data; de socio-economische data kwamen pas later. Toen ik die kreeg, was ik eerlijk gezegd wat ontgoocheld. Die data waren niet dynamisch gekoppeld aan de fysische. Meer zelfs, ze hadden er aparte scenario’s van gemaakt.

Nu, de wetenschappelijke wereld vindt het veel te speculatief om al die complexe terugkoppelingen in rekening te brengen. Terwijl net die complexe terugkoppelingen volgens de militaire wereld veel meer met de realiteit corresponderen. Hun manier van scenario-plannen functioneert daarom anders. En het is die manier die ik interessant vind en die veel meer verwantschap heeft met een artistieke benadering.

Ik zie het ontwikkelen van toekomstscenario’s als een belangrijke functie van kunst. Het verschil met de militaire wereld is dat zij altijd vertrekken vanuit een vijandbeeld, waarbij de focus ligt op wie van beide partijen wint en wie verliest. Maar met klimaatverandering zijn er op termijn geen winnaars.

Vandaag hebben we heel erg het gevoel dat we met het internet, Google Maps en big data de hele wereld kunnen overschouwen. Het is gek dat we op dezelfde manier ook onze eigen ondergang in kaart kunnen brengen.

Je gebruikt data die van wetenschappers komen en werkt met software die door programmeurs worden ontwikkeld. Hoe zie jij je rol als kunstenaar in dit verhaal?

Dit project is voor mij de meest vreemde ervaring geweest omdat alles heel afstandelijk moest gebeuren. Zo werkte ik samen met programmeurs uit Californië. Daarnaast verliep ook het maken van het beeld heel abstract. Ik ben gewoon om met video of animatie het beeld tot in de kleinste details op te bouwen maar met deze simulaties werkte dat heel anders. De onderlaag van bebossing, verstedelijking, enz. ligt enigszins vast door de kaarten van het IPCC. We konden die alleen wat tweaken door de treshhold van de data harder of zachter te interpreteren.

Zo was ook bijvoorbeeld het maken van steden fascinerend. Die bestaan uit een 6-tal gebouwen die kunnen variëren in grootte en kleur. We hebben geen enkel gebouw zelf geplaatst; het programma genereert die op basis van de IPCC-kaarten van bevolkingsdichtheid. Het enige wat we verder doen is bepalen of rond de stadscentra eerder villawijken of favela’s te zien zijn. Voor de meeste andere data hebben de programmeurs een programma ontwikkeld waardoor ik het verloop van de gebeurtenissen kon bepalen via spreadsheets.

Dit was voor mij een absurde ervaring, dat je als kunstenaar gebeurtenissen bepaalt via spreadsheets. Ik heb de laatste maanden overwegend getallen zitten invullen in Excel, en ik heb nochtans een hekel aan boekhouding. Maar het is fascinerend om data in te voeren, het programma te updaten en dan te kijken wat de verandering in mijn data teweeg heeft gebracht.

De mannetjes zijn zodanig geprogrammeerd dat ze bepaalde acties doen wanneer ze elkaar tegenkomen. Bijvoorbeeld als ergens een manifestatie doorgaat, verschijnen er politieagenten. Als ze te dicht in elkaars buurt komen, beginnen de agenten te slaan, manifestanten vallen op de grond, terwijl anderen wegrennen. Maar het meeste van dit werk gebeurt dus blind. Ik baseer mij dan ofwel op concrete historische data ofwel op voorspellingen en extrapolaties in de toekomst. Pas later zie ik het resultaat. Dat kan soms verrassend zijn en leidt soms tot absurde resultaten omdat er variabelen in zitten.

 

©Selma Gurbuz

 

Beschouw je het werk zelf ook als iets dat open source is en waar anderen op kunnen verder werken?

Het programma zoals het nu gemaakt is, maakt het mogelijk om er steeds op verder te bouwen. Er zijn al docenten van een computeropleiding en een 3D-opleiding die er met hun studenten op willen verder werken.

Het huis staat dus letterlijk in brand. Waarom zou je de bewoners dan niet waarschuwen uit vrees dat ze boos worden omdat je ze wakker maakt?

Op het einde van de tentoonstelling toon je ook een triptiek dat het eindbeeld van de animatie weergeeft: de aarde in het jaar 2100. Het schetst een erg grimmig beeld. Hoe zie je de toekomst van de planeet zelf tegemoet? Heeft het maken van dit werk je eigen denken hierover beïnvloed? 

Ik heb de afgelopen jaren veel gelezen over het klimaat, over technologische ontwikkelingen, geopolitiek, etc. en om eerlijk te zijn ben ik helemaal niet optimistisch over de toekomst. Onlangs zat ik in een debat in de Bozar, samen met o.a. Zakia Khattabi, federaal minister van Klimaat. Toen ik over mijn pessimisme sprak, antwoordde zij dat we altijd optimistisch moeten blijven omdat mensen anders afhaken. Maar een dergelijk strategisch of obsessief optimisme vind ik erg gevaarlijk. Trump en Bolsonaro zijn optimisten. Het is precies omdat mensen als zij invloed hebben, dat we pessimistisch moeten zijn. Als we rekening houden met verschillende economische en sociale factoren naast klimaatverandering, dan lijken we in een soort perfect storm terecht te komen.

Een van de moeilijkheden komt voort uit het feit dat mensen heel moeilijk kunnen inschatten hoe exponentiële groei werkt. Elke volgende stap is immers meer dan het dubbele van alle vorige stappen. 1, 2, 4, 8, etc. De volgende stap is 16. Nu, 16 is meer dan de som van alle vorige getallen. Met onze huidige economische groei zal ons energieverbruik binnen 21 jaar verdubbeld zijn en daarmee ook onze vervuiling tenzij we in die tijd op duurzaam overgeschakeld zijn. Dat lijkt misschien haalbaar maar er zijn een heleboel andere factoren. Zo hebben heel wat olieproducerende landen geen alternatief als inkomsten. Meestal zijn het ook landen waar klimaatverandering de landbouw verstoort. In al die landen zullen opstanden en migratie ontstaan. Daarnaast is er de geldbubbel die de meeste landen vandaag aan het creëren zijn, met een groeiende kloof tussen arm en rijk. Ook daar zullen opstanden komen. En het eerste wat landen in crisis doen, is klimaatpolitiek opzijschuiven.

Kortom, hoe langer we wachten met omschakelen, hoe onwaarschijnlijker het wordt dat er überhaupt nog iets fundamenteels verandert. Reken daar de kettingreacties bij binnen klimaatverandering zelf, zoals de verwoestijning, het smelten van de gletsjers of de permafrost. Klimatoloog Jason Box schreef dat als er maar een duizendste in de lucht ontsnapt van alle koolstof die bevroren ligt op de bodem van de poolzee, ‘then we’re all f*cked’. Er zijn nu al brandende turfgebieden in Rusland die ze niet meer geblust krijgen. Dat alles wordt een oneindig straatje. Het huis staat dus letterlijk in brand. Waarom zou je de bewoners dan niet waarschuwen uit vrees dat ze boos worden omdat je ze wakker maakt?

De Amerikaanse biologieprofessor Guy McPherson gaat nog een stapje verder . Hij is er van overtuigd dat we te laat zijn om de catastrofe nog af te wenden. Hij gaf zijn job op en geeft nu meditatiesessies om mensen te leren in vriendschap het einde van de mensheid af te wachten.

©Selma Gurbuz

 

Kan je als kunstenaar wegen op het debat? Hoop je met dit werk ook een impact te creëren?

Ik denk dat weinig mensen zich werkelijk een voorstelling maken van wat er op het spel staat, zowel qua afgrond als qua optimistische mogelijkheden. Dat beeld volledig schetsen is voor wetenschap een te grote stap qua speculatie en toch zal het dichter bij de waarheid staan dan hun eigen rechtlijnige voorstellingen. Als kunst nog een interessante functie te vervullen heeft, dan kan het precies dit zijn – zich een voorstelling te maken van de toekomst; of het nu gaat over de catastrofes die op ons afkomen of eventuele utopische mogelijkheden die een leidraad kunnen geven.

Bedankt, Frank! Meer info over de tentoonstelling vind je hier. Hij is nog t.e.m. 09.01.21 te zien in Z33.

Gepubliceerd op

07.01.2022

Overzicht